hoofdstuk 1 geschiedenis
Geschiedenis
rooksignalen werden vroeger gebruikt bij de Indianen en in China. Later werd het ook gebruikt bij de Romeinen. Een rooksignaal maak je met een vuurtje; je houd er dan een kleedje boven en daaronder stapelt de rook zich op. Als je het kleedje weghaalt, komt er een wolk rook naar boven. Ook kan je met een brandende tak een rooksignaal maken. Als je hem rondzwaait kan je verschillende vormen en spiralen van rook maken. Met rooksignalen worden meestal simpele boodschappen doorgegeven, omdat het moeilijk is om met wolken rook een heel verhaal door te seinen. Er zijn geen standaard rooksignalen, dat ligt eraan wat je met elkaar afspreekt. De Apache Indianen hadden er wel een paar:
- Een kort pufje rook betekent dat er een vreemdeling aankomt.
- Veel korte pufjes rook betekenen dat er veel gewapende mannen aankomen.
Door nat gras in je vuurtje te doen, kan je de rook extra goed zien en is het ver weg nog goed zichtbaar. Er waren ook speciale zendstations, waar de signalen werden gemaakt. Er worden nu ook nog rooksignalen gebruikt, bijvoorbeeld als er een nieuwe paus is.
Omroepen & toespraken
Vroeger werden veel boodschappen door een stadsomroeper verteld, omdat er nog geen kranten waren laat staan het journaal of nieuws sites. Een stadsomroeper liep schreeuwend de hele stad door met een bel of een ratel. Hij liet iedereen de boodschappen van het stadsbestuur horen en de aanbiedingen van de winkeliers hij riep zelfs om als er binnenkort een onthoofding plaatsvond. Hij stond vaak na een kerkdienst buiten op een grote steen al het nieuws te vertellen. Dan was bijna iedereen er. Als hij een nieuwe wet of iets anders moest omroepen, wat men niet beviel, werd hij aangevallen. Mensen waren soms zo boos dat ze de omroeper vermoorden. Tot 1900 waren stadsomroepers actief, ook al waren er al kranten. Er bleven nog altijd mensen over die niet konden lezen. Nu zijn er alleen nog stadsomroepers voor de sier. Bij een leuke activiteit, bijvoorbeeld op de donderdag Meppeldag. Er zitten nog 26 omroepers bij een omroepgilde, daar houden ze wedstrijden en kletsen ze lekker bij.
Toespraken worden zowel nu als vroeger gebruikt. Vaak zijn en waren het bekende mensen die iets tegen de mensen willen zeggen of mensen willen overtuigen. Als je wil dat andere het zelfde gaan vinden als jou moet je argumenten geven. Als ik wil dat we vrij moeten krijgen moet ik dat niet zo zeggen: IK WIL VRIJ!!! Maar zo: ik vind dat we recht hebben op een vrije dag want we hebben super hard gewerkt. Als je wil dat iedereen naar je luistert (als je bijvoorbeeld een koning bent) geef je een bevel. Vroeger konden toespraken nog niet op tv komen, want dat was er niet. Dus liet je heel veel mensen komen. Een paar voorbeelden va bekende toespraken:
- Hitler –hij zorgde met zijn toespraken dat veel Duitsers in hem geloofde, en kreeg daardoor veel macht.
- Koning of koningin – vertelt ons land wat de plannen zijn voor het hele jaar op Prinsjesdag.
- De Paus – hij is het hoofd van de katholieke kerk, en spreekt de gelovige vaak toe.
- Nelson Mandela - wou de mensen met zijn toespraken overtuigen dat zwarte mensen niets minder zijn dan blanke.
Boodschappers & postduiven
Vroeger toen er nog geen postbode waren moesten er ook brieven worden vervoerd. Daarvoor waren er boodschappers, ze brachten de post overal. soms moesten ze wel dagen reizen om bij bestemming te komen. Omdat er geen auto’s waren gingen ze lopend, ter paard of in een post koetst, een post koetst is een wagen met paarden ervoor die brieven maar ook goederen en mensen naar een andere bestemming brengt. Als het militaire post was, bijvoorbeeld als er in de brief stond “we worden aangevallen” was er veel haast bij, ter paard ging er iemand op weg om de brief te bezorgen. Onderweg wisselde hij van paard zodat hij altijd een uitgerust paard had. Ook waren er ambtelijke post en privé post, ambtelijke post is bijvoorbeeld dat de ene plaats graan wil kopen van een andere plaats, en privé post is dat het alleen in belang is van de ontvanger. Die post werd langzamer vervoerd dan militaire post.
Goede wegen zijn belangenrijk, het paard, of de boodschapper zelf kunnen dan beter lopen, dus is de post er eerder. Op een paard kan je 65 tot 100 km per dag afleggen, dat ligt eraan hoeveel haast er is, en hoe goed de wegen zijn. Lopend kan je zo 30 tot 45 km per dag afleggen.
Tamme duiven stammen af van ver voor christus in Perzië, Griekenland en Egypte werden ze gebruikt om op te eten. Pas een hele tijd later werden ze gebruikt om post rond te brengen, postduiven dus. De Romeinen verzenden hun post met die duiven. Dat ging snel en je had er weinig mensen voor nodig. In de 16de eeuw werd het een bezigheid voor de rijken, ze maakte zo mooi mogelijke duiventorens, om mee te pronken. In verschillende oorlogen werden de duiven ook gebruikt, maar het was illegaal. Geheime berichten werden verzonden, maar als de vijand je duif ving wisten zij je bericht en niet de gene die het moest hebben, des het bleef een gevaarlijke bezigheid. Nu is het een sport om duiven los te laten en te kijken welke het eerst thuis is. Die mensen heten duivenmelkers.
Hoe stuur je een bericht per postduif?
- Je voed je duiven op
- Als er iemand komt die je een andere keer een brief wil sturen geef je hem een paar duiven mee, zo kunnen ze jou meerdere berichten sturen. (postduiven gaan alleen naar hun eigen huis terug) ook krijg je een paar van de ander
- Als die persoon weg is en je wilt een bericht sturen pak je een duif van diegene
- Je bint een dun papiertje met een paar regeltjes tekst om de poot
- Je laat de duif los en de ander ontvangt je boodschap
Het gaat ook wel eens mis als de duif verdwaald of gevangen wordt genomen.
Maak jouw eigen website met JouwWeb